Tips gebaseerd op (Tibetaanse) Yoga Principes en eigen ervaring, voor het soepel Trainen.
Bij het trainen voor (berg)wandelen wil je spierkracht en conditie verbeteren.
Dit kan op veel verschillende manieren; het lopen in een geaccidenteerd terrein is er één van.
Vijf à zes uur klimmen en dalen in een heuvelachtig gebied, kan een goede training zijn, maar ook oorzaak van overmatige vermoeidheid, spierpijn of zelfs blessures.
Om optimaal voordeel uit een training te halen, is het noodzakelijk om de verschillende onderdelen van je lichaam goed te laten functioneren èn op elkaar af te stemmen; als je voetbeweging goed werkt, wil dat nog niet zeggen dat je een goede loper bent.
Je enkels, knieën, heupen en schouders doen ook mee bij het bewegen.
Daarbij zijn een goede ademhaling en evenwicht onontbeerlijk!
Dit is gebaseerd op Tibetaanse Yoga Oefeningen.
De ademhaling is een belangrijk hulpmiddel bij het uitvoeren van alle lichaamsbewegingen.
Een belangrijk basisprincipe is: Bij het uitademen ontspant het lichaam.
Hiervan kun je gebruik maken bij hardlopen of het beklimmen van een helling of berg.
Als de adem ergens boven in je keel blijft steken, (omdat je bovenlichaam niet ontspannen is), ga je hijgen. Door bewust uit te ademen, ontspant je bovenlichaam.
Op deze manier krijg je “de adem in je buik”.
Ook bij het oefenen met lichaamshoudingen maak je gebruik van je adembeweging. Zie hiervoor ook het hoofdstuk Do-In Yoga van deze Website.
Lichaamshoudingen oefen je om een soepele loopconditie te krijgen en in stand te houden.
Bij het omlaag bewegen, (door je knieën gaan tot in hurkzit), adem je uit.
Bij het omhoog komen, (uit hurkzit), adem je in.
Een tweede belangrijk basisprincipe is: Het natuurlijke samengaan van:
Uitademen/omlaag bewegen en Inademen/omhoog bewegen.
Een derde belangrijk basisprincipe is: Bij het lopen, je aandacht richten op je voetzolen.
Dat zorgt er oa voor, dat je schouders niet omhoog, maar ontspannen omlaag zijn.
Oefeningen direct voorafgaand aan, en meteen na het beëindigen van het lopen:
Deze staan bij hardlopen en andere sporten bekend als rekoefeningen; wij noemen dit strekoefeningen omdat ze door de ademhaling ondersteund worden. Zie óók weer het hoofdstuk Do-In Yoga van deze website.